Grote of St. Jacobskerk. Geschiedenis en orgel

 HOK locaties - grotekerk-ext-1.jpg
[Afb. 1, 1a, 2: Grote Kerk in vogelvlucht en aanzicht vanuit de Torenstraat]

 

ALGEMENE INFORMATIE KERK:

Naam kerk: Grote- of St Jacobskerk
Adres kerk: Rond de Grote Kerk 10-12, 2513 AM  Den Haag
Bouwjaar: 15 eeuw
Architect: onbekend
Beheer/gebruik: Stichting Grote Kerk (voorm. NH kerk)

ALGEMENE INFORMATIE ORGEL(s):

Hoofdorgel: Metzler & Sohn, 1971 - 50/III/P
Koororgel: Christian Müller, 1755 - 8/I/-
Titulair organist: Ben van Oosten
Organisatie concerten: Stichting Orgelconcerten Grote Kerk, participant in het HOK

 

GESCHIEDENIS

Korte geschiedenis van Den Haag

Uit archeologische vondsten rond het Binnenhof, de Grote Kerk en het Lange Voorhout kan worden aangenomen dat rond het jaar 3000 v.Chr. al mensen in dat gebied moeten hebben geleefd. Uiteraard was er toen nog geen sprake van stedelijke bebouwing. Omstreeks het begin van de jaartelling werd de kuststreek van wat nu Den Haag is, bewoond door de Germanen. Ook waren er meerdere Romeinse vestigingen in deze regio die de kust moesten verdedigen van het Romeinse Rijk dat toen vrijwel geheel het vasteland van Europa behelsde.

 
 
[Afb. 3, 4: maquette Romeinse nederzetting in de regio. Archeologische vondst]

 

De voorloper van het dorp Die Haghe is wellicht in deze tijd ontstaan omdat de Romeinse vestigingen ook handwerkslieden, handelaars en agrariërs aantrokken. Op verschillen plaatsen in de binnenstad van Den Haag, maar ook in het Wateringse Veld, zijn archeologisch belangwekkende opgravingen gedaan.

Over de tijd van de vroege middeleeuwen is niet veel bekend al moeten er ook toen mensen in het kustgebied van het huidige Den Haag en Scheveningen hebben geleefd. Het duingebied met zijn duinbossen leende zich daar ook goed voor. Achter de duinen, landinwaarts was de grond vaak drassig en ontstonden er veengronden (die scheidslijn tussen veen en zandgronden (Geestgronden) is tot op heden in Den Haag te duiden, zelfs in de staatnamen, zoals Geest, Slijkeinde, Kortenbos) Archeologische sporen van de vroege bewoning zijn wel aangetroffen. Bekend is dat in de latere middeleeuwen aan de aanleg van Den Haag is begonnen. Met name door de bouw rond 1230 van wat nu het Binnenhof is. Oorspronkelijk een jachtkasteel voor Graaf Floris IV. In het dorp Loosduinen (dat toen al bestond) werd een abdij gerealiseerd met bijbehorende kerk (de huidige Loosduinse Abdijkerk) De ‘Schelde Gotiek’ die deze kerk kenmerkt is ook toegepast op het Grafelijk kasteel.

Rond de Grafelijke vestiging kwamen zich steeds meer ‘toeleveringsbedrijven’ (ambachtslieden, handelaars e.d.) vestigen.

 
 
[Afb. 5, 6: oude prent Jachtslot (Ridderzaal) en overzicht binnenhof ca. 13e eeuw]

 

Omstreeks 1250 werd het jachtslot van Graaf Floris IV door zijn opvolger Graaf Willem II omgebouwd als centrum van waaruit het besturen van Holland mogelijk was. Het eerste begin van wat de Residentie nu is. Zijn zoon Floris V voltooit de Ridderzaal. De naam ‘Die Haghe’ wordt al in 1291 vermeld. Later: ‘Haagambacht’, met o.a. het vissersdorp Scheveningen dat in 1450 een eigen kerk kreeg)

Rond 1400 moet Die Haghe al meer dan 1000 inwoners hebben geteld met uiteraard een eigen kerk die gewijd was aan de beschermheilige van de stad: Sint Jacobus. In die tijd was er al wel een kerk binnen Den Haag, maar die behoorde bij het Dominicaner klooster: de huidige Kloosterkerk.

 

Korte geschiedenis van de St. Jacobskerk.

De St. Jacobskerk werd in fasen gebouwd op de plaats waar reeds in de 13-de eeuw een houten kapel stond. Door toedoen van graaf Floris V werd in 1280 deze kapel vervangen door een houten kerkje met een eigen parochie, opnieuw genoemd naar haar schutspatroon Jacobus de Meerdere.

Rond 1335 is er al sprake van een stenen kerkgebouw. Eind 13e eeuw liet Floris V voor zijn eigen hofhouding de Hofkapel bouwen bij de Ridderzaal.

 
[Afb. 7, 8: prenten Binnenhof met Ridderzaal en Hofkapel ('Maria ten Hove')]

 

Omstreeks 1420 werd begonnen met de bouw van de kloeke en zeldzaam voorkomende zeskantige bakstenen toren die al rond 1424 gereed was. Het schip, met zijn sobere puntgevels volgde in 1456 en het veel hogere en in stijl afwijkende koor met zijn sierlijke dakruiter, was in 1492 gereed. Omdat de Hollandse bodem geen stenen gewelven toeliet (die te zwaar zouden worden voor de ondergrond) was ook het toepassen van luchtbogen ter ondersteuning van die stenen gewelven niet nodig. Steunberen werden i.v.m. de stabiliteit wel toegepast.

 
 
[Afb. 9, 10: historische afbeeldingen van de Sint Jacobskerk]

 

Oorspronkelijk was de kerk als ‘kruiskerk' gebouwd (schip met transept en aansluitend koor), maar bij de uitbreiding tussen 1434 en 1455 werd de kerk vergroot met zijbeuken die aansloten op de transepten waardoor van de oorspronkelijke kruisvorm niets meer te zien was. Het ‘Haagse hallentype' was geboren. In de Kloosterkerk is dit principe eveneens toegepast en ook in andere Hollandse steden werd dit voorbeeld gevolgd.

Een voordeel van deze bouwwijze was dat de hoge kopgevels van de zijbeuken hoge vensters konden krijgen die veel licht toelieten en de kerk een zeer ruimtelijk effect heeft, waarin veel gelovigen een plaats kunnen vinden.

De kosten van al die bouwijver waren uiteraard niet gering, waarom dan ook  meerdere graven van Holland financieel bijsprongen.

De verandering na de Reformatie

De roerige tijden tijdens de Spaanse bezetting en gevolgen van de Reformatie in 1566 gingen ook Den Haag en de kerken in haar midden niet ongemerkt voorbij.  Een groot deel van Holland had gekozen voor ‘De Nieuwe Leer’ en volgde de Reformatie. Rooms Katholieke kerken werden ontheiligd, soms leeggeroofd. Heiligenbeelden werden uit de kerken gesloopt, gebrandschilderde ramen (met geestelijke (‘Roomse’) afbeeldingen werden stuk geslagen. Ook moesten soms de orgels het ontgelden (als ‘Paapse fluitenkast’) Gelukkig waren veel stadsorgels eigendom van de stad en waagde men het niet om die te vernielen.
Gaande weg werd steeds meer eigendom van de RK-kerk onteigend en over gedragen aan de Protestanten. Zo ook de St Jacobskerk (en o.a. Kloosterkerk).

Omdat de stad tijdens de 80-jarige oorlog meerdere keren geplunderd was* wat de algemene toestand na de lange oorlog niet best. *(de stad had dan wel alle rechten die van een stad verwacht mochten worden, maar geen stadsmuur of andere verdedigingsmogelijkheden en was dus ‘open’) en een gemakkelijke prooi voor plunderende troepen)

 

DE KERK

Drie-beukige laat gotische hallenkerk. Het koor is beduidend hoger en heeft een kooromgang. Er zijn zes zijbeuken en kapellen die de zelfde hoogte hebben als het schip van de kerk. De aan de westzijde gelegen toren heeft een zeskantige plattegrond en is voorzien van luidklokken en carillon.
Op het dak van het haagkoor is een houten dakruiter geplaatst.

De kerk heeft meerdere wijzigingen ondergaan, w.o. na de grote brand in 1539.
Ook in de 19e en 20e eeuw is de kerk vele malen aangepast en gerestaureerd, waarbij o.a. aanbouwsels werden aangebracht en weer verwijderd, de zuilen in het schip hun 15e-eeuwse omvang herkregen, en ook het interieur wijzigingen onderging (preekstoel, kerkbanken, koorhek, afsluiting kapellen).

Bij de laatste grote verbouwing in de 20e eeuw, nadat de kerk aan de eredienst was onttrokken, werd de kerk geschikt gemaakt voor het huidige multifunctionele gebruik.

Maten afm. Kerk

- Totale oppervlakte gebouw: 2.312 m2
- oppervlakte Kerkzaal:          1.470 m2
- oppervlakte Hoogkoor:           575 m2
- oppervlakte Kapel Zuid:           55 m2
- opp. Van Assendelftkapel:       72 m2
- hoogte toren:                      92,50 m2

 


[Afb. 11: Plattegrond Grote Kerk]


EXTERIEUR

De kerk staat geheel vrij dus is er van alle zijden vrij zicht op de Grote Kerk. Van de vele aanbouwsels in vroegere tijden, zijn alleen de voormalige kosterswoning (thans kantoor van de Grote Kerk), de Van Assendelftkapel en het daaraan grenzende restaurantgebouw overgebleven.
Het ruime schip met zijn prachtige houten tongewelven telt aan noord- als zuidzijde drie kapellen, even hoog als het schip en eveneens met houten tongewelven overdekt. De markante hoogteverschillen tussen het schip en het rijzige koor met slanke zuilen, een goed voorbeeld van de Brabantse late gotiek, zijn zowel binnen als buiten goed te zien
In de beide hoeken tussen het koor en het schip bevinden zich, aan de noordzijde, de Mariakapel en, aan de zuidzijde, de H. Kruiskapel met elk houten tongewelf.



[Afb. 12: Aanzicht Grote Kerk vanaf Kerkplein (Rondom de Grote Kerk)]
  

INTERIEUR

Binnen in de kerk valt de grote brede ruimte op, ontstaan door de aaneengesloten transepten, eigenlijk zijbeuken zonder tussenwanden maar met dwarsbogen rustend op ronde massieve zuilen.



[Afb. 13: Inwendige Grote Kerk met zicht naar het Koor]

 

Daardoor is een z.g. ‘hallenkerk’ ontstaan (een principe dat later navolging kreeg en wel het ‘Haags hallentype’ werd genoemd.

 
 
[Afb. 14, 15: gewelfontmoeting schip en transept, gewelf koor]

 

De ruimtelijke werking wordt ook versterkt doordat de gewelven van schip en transepten op de zelfde hoogte zijn aangebracht. De houten beschieting met zichtbare balkenverdeling later is aangebracht. De veel hogere koor heeft een fraai houten netgewelf. De kooromgang heeft een gestukadoord stergewelf.

Tot de bijzondere interieurstukken van de kerk behoren de in totaal 34 wapenborden van de Ridders van de Orde van het Guldenvlies. De wapenborden werden vervaardigd voor een bijeenkomst van ridders in 1456 in Den Haag.

Naast de wapenborden van de ridders hangt er in de kerk ook nog een groot wapenbord met een rijke renaissancelijst van Philips de Goede, de oprichter van de ridderorde. Deze wapenborden zijn de enige volledige reeks die in Nederland behouden is gebleven.

 
 
[Afb. 16, 17: enkel wapenborden van de Ridders van het Gulden Vlies en de ‘Regeringsbanken’ tegen de noordgevel]

 

Enkele glas-in-loodramen dateren uit het midden van de 16de eeuw en zijn onder meer door Karel V in 1547 geschonken. Tegen de noordelijke wand staat een rijk gebeeldhouwde ‘Regeringsbank’ (die via de achterzijde vanaf de straat betreden kon worden, zodat de hoogwaardigheidsbekleders niet zichtbaar door de kerk behoefden te lopen om hun zitplaats te bereiken)

   
  
[Afb. 18, 19, 20: Glas-in-lood raam, Praalgraf uit 1667 van admiraal Jacob van Wassenaer van Obdam (1610-1665), preekstoel aan een kolom]

 

Verder bevindt zich in het koor het praalgraf van Jacob van Wassenaar-Obdam uit 1667 (die een ‘zeemansgraf’ kreeg). In de kerk zijn verder nog grafmonumenten en grafstenen te zien van beroemde personen die wel in de kerk hun laatste rustplaats kregen. De preekstoel met rijk houtsnijwerk, dateert uit 1550.
Ook zijn de vroegrenaissance graftombe voor Gerrit van Assendelft en zijn vrouw, het monument voor Philips van Hessen-Philipsthal en een aantal epitafen en zerken te bewonderen. In 2007 zijn bij de restauratie van de zerkenvloeren de graven van Constantijn en Christiaan Huygens terug gevonden.

 
 
[Afb. 21, 22: Grote Kerk, zicht op het Hoogkoor en zicht op het orgel]

 

Orgels

In de kerk bevindt zich, tegen de torenwand het grote Metzler-orgel (1971-50/III/P) dat overigens niet het eerste orgel is dat in de kerk aanwezig is.

   
  
[Afb. 23, 24: Grote Kerk, front Hoofd-orgel, Klaviatuur]

 

Tevens staat in het hoogkoor nog een Kabinetorgel uit ca. 1755, gebouwd door Christian Müller. (lees HIER meer over de orgels in de kerk)

 

 
[Afb. 25a, 25b: Het 'Müller-cabinetorgel' in het Hoogkoor. met gesloten en geopende deuren]

 

Toren

De Haagse toren in opgebouwd in drie geledingen en ruim 92 m hoog en is een symbool voor bijna iedere Hagenaar. (niet te verwarren met de ‘wolkenkrabber van 132 m met de zelfde naam die in 2007 werd gebouwd langs het Rijswijkse plein. (voor Hagenaars: ‘het strijkijzer’)) De toren heeft nog steeds zijn unieke zeskantige vorm en strakke (bijna moderne) uitstraling die hij had bij zijn voltooiing in 1424. Maar heeft toch het nodige te verduren gehad:

     

[Afb. 26, 27a,b,c: Haagse toren met ‘slaapmuts’. Huidige (gereconstrueerde) torenspits. Carillon in de toeren-opbouw. Haagse Ooijevaar als windvaan op de toren]

 

Jaren lang is de torenspits gedekt geweest met een gietijzeren neogotische spits (door de Hagenaars de 'Slaapmuts' genoemd) om uiteindelijk weer zijn vrijwel oorspronkelijke vorm met omgang en lantaarn met carillon te krijgen, gekroond door een vergulde haan als windwijzer. Aan alle zes kanten van de toren geeft een grote wijzerplaat de tijd aan. Het carillon van 51 klokken, dat zich op ca 80 m boven de grond bevindt, wordt wekelijks bespeeld en geeft bij de hele uren een melodie als voorslag. De luidklokken, die achter de galmgaten hangen zijn ook regelmatig te horen. (zie verder HIER)

 
 
[Afb. 28, 29: Stadsbeiaardier Gijsbert Kok aan het beiaardklavier. Samen met voorgangster Heleen van der Weel de speeltrommel van het ‘klokkenspel’ versteken]

 

BEHEER EN GEBRUIK

De kerk is eigendom is van de Protestantse kerk en wordt slechts bij hoge uitzondering nog voor de eredienst gebruikt.
De laatste jaren wordt de Grote Kerk ook gebruikt als locatie waar de koning de Troonrede voorleest op Prinsjesdag. Dit omdat de Ridderzaal i.v.m. verbouwing van het Binnenhofcomplex niet beschikbaar is.
Voor meer info: https://www.grote-kerk.nl/  en event@grote-kerk.nl

In de zomermaanden is de kerk regelmatig open voor bezichtiging. Daarnaast vinden er veel andere activiteiten plaats, zoals congressen, beurzen en concerten, w.o. het jaarlijkse 'Internationale Orgelfestival Grote Kerk' waarin, naast titularis Ben van Oosten, ook andere internationale fameuze organisten concerteren.

Ieder jaar is er in de Grote Kerk ook een ‘Kom-in-de-(orgel)kas(t)-dag’ waarbij jong en oud welkom zijn bij de speeltafel en er informatie-stands zijn over ‘hoe een orgel werkt’ en hoe het gemaakt wordt.

 

Organist

Sinds 1990 is Ben van Oosten (1955) titulair organist van de Grote Kerk en artistiek leider van het jaarlijkse ‘Internationaal Orgelfestival Grote Kerk’. Hij is een veelgevraagd concertgever in binnen- en buiteland. Ook verzorgt hij ‘Masterclasses’ en is veelvuldig jurylid bij concoursen over de hele wereld. Tot zijn pensionering was hij Hoofdvakleraar orgel aan het Rotterdams Conservatorium. Ben van Oosten heeft voor zijn inzet vele hoge binnenlandse en buitenlandse onderscheidingen ontvangen.

Hij wordt als regel bij concerten bijgestaan door zijn echtgenote, de sopraan Margaret Roest. Die ook altijd aanwezig is bij de jaarlijkse  ’Kom-in-de-(orgel)kas(t)-dag’ in de Grote Kerk.

 
 
[Afb. 30, 31: Titulair organist Ben van Oosten aan de klavieren van de het orgel van de Grote Kerk, bijgestaan door zijn echtgenote. Tijdens de jaarlijkse ‘Kom-in-de-orgelkas(t)-dag’ in de Grote Kerk]

 

MEER INFO:


HB/juli 2022

Actueel

Agenda

Kerken & Orgels

Het HOK

De Stichting Haags Orgel Kontakt (HOK) is een samenwerkingsverband van zes participerende cultuuraanbieders in de Haagse binnenstad. 

Klik HIER voor de volledige omschrijving

Het Haags Orgel Kontakt onderschrijft de Governance Code Cultuur (GCC) en de Code Culturele Diversiteit (CCD)

Algemeen - GCC_beeldmerk_kleur_web.jpg  

Het Haags Orgel Kontakt wil zich ook houden aan de regelgeving m.b.t. de Algemene Verordening Persoonsgegevens.

 

De concerten en andere activiteiten van het HOK zijn alleen mogelijk door financiële bijdragen van subsidiegevers en de structurele subsidie die het samenwerkingsverband van het HOK ontvangt van de Gemeente Den Haag.  

 

 

Volg ons

Nieuwsbrief